Al jaren gelden er in de Europese Unie (EU) regels voor het importeren van hout, om te voorkomen dat het gebruik van hout in de EU bijdraagt aan ontbossing elders in de wereld. Vanaf 30 december 2024 worden deze regels uitgebreid naar andere grondstoffen: runderen, cacao, koffie, oliepalm, rubber, soja en bepaalde producten die hiervan zijn afgeleid, zoals leer, chocolade en meubels. Handelt u in deze grondstoffen of producten? Lees dan in dit blog wat deze verandering voor u betekent.
Inwerkingtreding ontbossingsregels
Op 30 december 2024 zouden de nieuwe ontbossingsregels in werking treden. Echter, de Europese Commissie heeft voorgesteld deze datum uit te stellen naar 30 december 2025 voor grote ondernemingen, en 30 juni 2026 voor de midden- en kleinbedrijven. Aangezien zowel het Europees Parlement als de Raad van de Europese Unie akkoord moeten gaan met het uitstel, gaan we in dit blog er nog vanuit dat de ontbossingsverordening op 30 december 2024 in werking zal treden.
Drie voorwaarden
Met de ontbossingsverordening gelden er drie voorwaarden bij het importeren en exporteren van gereguleerde grondstoffen en producten (voor zowel bedrijven als consumenten):
- De producten moeten ‘ontbossingsvrij’ zijn.
- De producten moeten legaal geproduceerd zijn, volgens de wetgeving van het land van herkomst.
- De producten moeten vergezeld gaan van een zorgvuldigheidsverklaring.
Voldoen de producten er niet aan, dan is import of export niet toegestaan. Punt 2 van de voorwaarden gaat in eerste instantie over grondgebruiksrechten, milieubescherming en bos-gerelateerde regels, maar daarnaast ook over arbeidsrechten en mensenrechten in gebieden waar de oogst plaatsvindt.
Europese verordening
U kunt de uitgebreide regels vinden in de Europese verordening. Als u van plan bent deze zelf te lezen, dan geven we u graag twee tips mee. Ten eerste: een ‘marktdeelnemer’ is de persoon/bedrijf die het gereguleerde grondstof/product in de Europese Unie voor de eerste keer invoert. Ten tweede: de ‘handelaar’ is diegene die niet het gereguleerde grondstof/product heeft ingevoerd, maar wel aanbiedt op de markt van de Europese Unie.
Zorgvuldigheidsverklaring
Voordat de gereguleerde grondstoffen of producten in de handel worden gebracht, moet op zorgvuldige wijze een risicobeoordeling plaatsvinden. Daarbij wordt gecontroleerd of een bedrijf voldoet aan de hiervoor benoemde drie voorwaarden.
Daarvoor is de zorgvuldigheidsverklaring van belang. Dit is een document waarin bedrijven aantonen dat hun producten voldoen aan de bovengenoemde eisen. Gereguleerde grondstoffen en producten mogen alleen worden verhandeld als er slechts een verwaarloosbaar risico bestaat dat ze niet aan de drie bovenstaande punten voldoen.
Wat betekent ‘ontbossingsvrij’?
Ontbossing betekent ‘het omzetten van bos naar landbouwgrond’. Het doet er hierbij niet toe of dit een gevolg is van menselijke activiteit.
Marktdeelnemers en handelaren moeten aantonen dat hun producten ontbossingsvrij zijn en legaal zijn geproduceerd. De Europese Commissie classificeert landen op basis van hun risico op ontbossing in drie categorieën: laag, gemiddeld of hoog risico. De risicocategorie bepaalt welke eisen er gelden voor de risicobeoordeling.
Goed om te weten: als de gereguleerde grondstoffen en producten na 31 december 2020 niet tot ontbossing hebben geleid, ziet de wetgever ze als ontbossingsvrij. Hebben ze na die datum wél tot ontbossing geleid, dan zijn ze verboden.
Verantwoordelijkheden van bedrijven
Voordat een bedrijf gereguleerde grondstoffen en producten in de EU mag verhandelen, moet het een zorgvuldigheidsverklaring indienen bij de minister. Die verklaring moet specifieke informatie en documenten bevatten die aantonen dat de producten voldoen aan de drie voorwaarden. Bedrijven moeten de verzamelde gegevens (bewijzen) minimaal vijf jaar bewaren.
Grote ondernemingen die de gereguleerde grondstoffen/producten voor het eerst in de EU importeren, moeten onder meer via het internet verslag uitbrengen over hun stelsel van zorgvuldigheidseisen. Een soortgelijke bepaling bestaat al een lange tijd in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. De Europese Unie volgt nu ook deze lijn.
MKB-bedrijven
Voor kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) gaan de nieuwe regels pas in vanaf juni 2025. Bovendien zijn ze wat soepeler. Als een product bijvoorbeeld al een zorgvuldigheidsverklaring heeft van een andere partij in de keten, hoeven zij alleen het referentienummer van deze verklaring door te geven aan de minister.
Grotere bedrijven moeten zelf onderzoek doen naar de geldigheid van de oorspronkelijke verklaring voordat zij erop kunnen vertrouwen dat het goed zit.
Due Diligence System
Het gevolg van de nieuwe regels is dat bedrijven een stelsel van zorgvuldigheidseisen (Due Diligence System) moeten opzetten. Dit stelsel omvat de informatievereisten, de risicobeoordeling, de risicobeperkende maatregelen en de rapportageverplichtingen.
Bedrijven moeten een aantal verplichte gegevens bijhouden, zoals een beschrijving, de handelsnaam, het type en de wetenschappelijke naam van de grondstof of het product.
Wie doet de handhaving en wat zijn de sancties?
Voor de handhaving van deze regels in Nederland zijn twee organisaties verantwoordelijk: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de douane. Zij kunnen verschillende maatregelen nemen als er sprake is van een overtreding. Denk aan het terugsturen van het product naar het land van herkomst, of een verbod op het vervoer of de handel van de producten. Daarnaast kunnen bedrijven die de regels overtreden voor maximaal 12 maanden worden uitgesloten van aanbestedingsprocedures en subsidies.
Bij overtredingen kan de NVWA ook boetes opleggen. Voor natuurlijke personen kan de boete oplopen tot € 515 per overtreding. Voor bedrijven (zoals bv’s, nv’s of vof’s) kan dit maximaal € 5.150 zijn. Naast bestuurlijke boetes kunnen overtredingen ook strafrechtelijk worden vervolgd als economisch delict. Dit kan leiden tot een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een boete van maximaal € 103.000 (voor 2024). Bij herhaalde of zeer ernstige overtredingen kan ook een tijdelijk verbod op de handel in niet-ontbossingsvrije producten worden opgelegd.
De NVWA heeft een handige tool ontwikkeld waarmee bedrijven kunnen nagaan aan welke eisen zij moeten voldoen.
Mogelijkheid tot handhavingsverzoek
Concurrenten, natuurbeschermingsorganisaties en stichtingen hebben de mogelijkheid om een handhavingsverzoek in te dienen tegen bedrijven die zich niet aan de regels houden. Dit is mogelijk gemaakt onder artikel 32 van de verordening.
Conclusie
Met deze nieuwe regels zet de EU een belangrijke stap in de strijd tegen wereldwijde ontbossing. Bedrijven moeten zich goed hierop voorbereiden en ervoor zorgen dat hun producten voldoen aan de nieuwe eisen. Dit betekent meer verantwoordelijkheid, maar ook een grotere rol in het behoud van bossen wereldwijd.
Vragen?
Handelt u in runderen, cacao, koffie, oliepalm, rubber, soja en/of hout? Bekijk de verordening dan goed. Heeft u vragen over wat u als ondernemer kan of moet doen, neem dan contact op met Hayri Yildiz: 030 – 234 72 05 of hayri.yildiz@bosselaar.nl.
Sluit u als ondernemer internationale contracten af, dan kunnen de nieuwe regels hierop van invloed zijn. Ook verandert het Due Diligence onderzoek. Voor vragen over deze aspecten kunt u contact opnemen met Nathalie Aalbers: 030 – 234 72 98 of nathalie.aalbers@bosselaar.nl.
(Foto: Alain Bonnardaux, via Unsplash)