NL | EN
NL | EN

Schijnzelfstandigheid onder de loep

Advocaten > Blog > Schijnzelfstandigheid onder de loep

Wat je moet weten over de nieuwe wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

De overheid wil een einde maken aan schijnzelfstandigheid. Op dit moment is de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden in de maak. Die moet helder maken wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid. Wat gaat er precies veranderen? En welke cruciale stappen moeten werkgevers en zelfstandige professionals ondernemen? Je leest het in dit blog.

Vrijheid zzp’er wordt (waarschijnlijk) ingeperkt

Terwijl het demissionaire kabinet-Rutte al geruime tijd aan de zijlijn staat, zijn er achter de schermen belangrijke ontwikkelingen gaande die de vrijheid van zzp’ers mogelijk stevig inperken. Onder meer in de zorgsector, waar volgens de Kamer van Koophandel in 2022 bijna 169.000 zzp’ers actief waren, kunnen deze veranderingen ingrijpende gevolgen met zich meebrengen.

Wat is schijnzelfstandigheid?

Op 1 mei 2016 trad de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) in werking, met als voornaamste doel het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Maar wat verstaan we precies onder schijnzelfstandigheid?

Bij schijnzelfstandigheid lijkt het alsof iemand als zelfstandige opereert, terwijl in werkelijkheid sprake is van een arbeidsrelatie. Dit wordt ook wel een verkapt dienstverband genoemd.

Voordelen voor werkgever en zzp’er

Het inhuren van iemand als zelfstandige kan werkgevers diverse voordelen opleveren. De belangrijkste zijn het ontlopen van sociale premies en het vermijden van financiële risico’s bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Daarnaast is het eenvoudiger om de werkrelatie te beëindigen, omdat een zzp’er niet dezelfde ontslagbescherming geniet als een werknemer.

Ook zzp’ers zelf kunnen profiteren van deze regeling. Ze behouden een zekere mate van vrijheid en autonomie over hun werk, en hebben de mogelijkheid om hogere tarieven te hanteren voor hun diensten. Met name in de zorg is deze constructie daarom steeds populairder geworden.

Nadelen inhuren zelfstandigen

Voor de werkgever brengt het inhuren van zzp’ers ook risico’s en uitdagingen met zich mee. Zo kan een zelfstandige vaak eenvoudiger nacht- en weekenddiensten weigeren. Het gevolg hiervan is dat de werkgever moet proberen deze diensten in te vullen met reguliere werknemers. Dan huur je toch geen zzp’ers meer in, zou je denken? Dit is echter geen optie, door het enorme personeelstekort in de zorg kunnen werkgevers niet anders.  Het demissionaire kabinet vindt deze situatie onwenselijk en heeft besloten dat er strenger moet worden gehandhaafd op schijnzelfstandigheid.

Einde handhavingsmoratorium in zicht

Vóór de invoering van de Wet DBA was het gebruikelijk dat zelfstandigen een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) indienden bij de Belastingdienst. Daarmee konden ze aangeven of ze als zelfstandige of als werknemer moesten worden beschouwd.

Met de komst van de Wet DBA werd deze verplichting echter gedeeltelijk overgedragen aan de opdrachtgever. Omdat de Wet DBA onvoldoende helderheid bood over de criteria voor het bepalen van een arbeidsrelatie, ontstond er veel ophef rondom deze wet. Als reactie daarop werd een zg. handhavingsmoratorium aangekondigd. Dit betekende dat de Belastingdienst niet actief op zoek zou gaan naar schijnzelfstandigheid.

Vanaf 1 januari 2025 lijkt echter een einde te komen aan dit handhavingsmoratorium. Sinds 6 oktober 2023 is de internetconsultatie gestart voor het wetsvoorstel Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Dit wetsvoorstel moet gaan verduidelijken wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid.

De nieuwe criteria voor schijnzelfstandigheid

Om te bepalen of er sprake is van een verkapt dienstverband (schijnzelfstandigheid), wordt op dit moment nog gekeken naar de wettelijke criteria ‘loon’, ‘gezag’ en ‘persoonlijk werk’. Dit verandert met de komst van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden. Die wet wil helder krijgen of er daadwerkelijk sprake is van zelfstandigheid, of een gezagsverhouding. Vooral het criterium ‘gezag’ wordt onder de loep gelegd, aan de hand van de volgende criteria:

  1. Werkinhoudelijke aansturing
    Hier staan de volgende twee vragen centraal. Heeft de werkgever de bevoegdheid om instructies te geven over de uitvoering van de werkzaamheden? En heeft de werkgever de mogelijkheid om toezicht te houden op en – indien nodig – in te grijpen in de uitvoering van de taken.
  2. Organisatorische inbedding
    De cruciale vragen bij dit onderdeel zijn: behoren de uit te voeren werkzaamheden tot de kernactiviteiten van de organisatie? Zo ja, hebben ze een structureel karakter binnen de organisatie? En worden de werkzaamheden zij aan zij verricht met werkzaamheden die werknemers met een vergelijkbare functie uitvoeren?
  3. Eigen rekening en risico
    Bij dit criterium gaat het om de volgende vragen. Liggen de financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden bij de zelfstandige?  Is de zelfstandige verantwoordelijk voor zijn eigen gereedschappen, hulpmiddelen en materialen? Treedt de zelfstandige naar buiten toe op als een zelfstandig ondernemer? Ook de duur en omvang van de opdracht kunnen hierbij meegewogen worden.

Uurtarief lager dan € 32,24? Dan ben je automatisch werknemer

Naast hiervoor genoemde beoordelingscriteria komt er een nieuw artikel bij. Dit bepaalt dat als werkzaamheden worden uitgevoerd voor een tarief van minder dan € 32,24 per uur exclusief btw, er automatisch wordt vermoed dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Gevolgen voor zzp’ers in de zorg

De nieuwe wet kan vergaande gevolgen hebben voor de zelfstandigen in ons land. De kans is groot dat bijvoorbeeld verpleegkundigen die nu als zzp’er werken in de zorg in de toekomst worden aangemerkt als werknemer. Ter verduidelijking vergelijken we de nieuwe criteria met de praktijksituatie.

  • In de zorgsector is het gebruikelijk dat de opdrachtgever (bijvoorbeeld een ziekenhuis of zorginstelling) gedetailleerde instructies geeft over hoe de zorgtaken moeten worden uitgevoerd. Dit omvat zaken als patiëntenzorgprotocollen, medicatiebeheer en behandelingsrichtlijnen.
  • Ook zijn verpleegkundige diensten meestal een kernactiviteit van zorginstellingen en werken verpleegkundigen nauw samen met andere medische professionals.
  • In veel gevallen voorziet de zorginstelling de verpleegkundigen bovendien van de benodigde medische apparatuur, materialen en hulpmiddelen.
  • De verpleegkundige heeft doorgaans niet de financiële verantwoordelijkheid voor deze benodigdheden en draagt daarom niet de bijbehorende financiële risico’s.

Het mag duidelijk zijn dat een groot deel van de zzp’ers in de zorg op grond van de nieuwe criteria zal worden beschouwd als schijnzelfstandige.

Vragen of advies nodig? Neem contact op!

Heeft u vragen over deze mogelijke wetswijziging, of wil u sparren over de impact en gevolgen van deze wetswijziging binnen uw organisatie? Neem dan contact op met Sandra van Haren. Dit kan via 06 122 591 42 of per e-mail: sandra.vanharen@bosselaar.nl.