Als kind trok ik met mijn ouders de hele wereld over en dat doe ik nog steeds graag, als backpacker. In mijn werk ben ik minder een avonturier, maar vooral heel nauwkeurig en goed voorbereid.
Het idee om advocaat te worden, is geleidelijk ontstaan. Ik heb altijd al een sterk rechtvaardigheidsgevoel gehad, in combinatie met een grote interesse in mensen. Toen ik in mijn omgeving merkte hoeveel impact een geschil kan maken op betrokkenen, maakte dat indruk op mij. Tegelijkertijd merkte ik dat de complexiteit van alle juridische aspecten mij fascineerde.
Ik ben vervolgens rechten gaan studeren aan de Universiteit Utrecht en heb later mijn master afgerond aan de Universiteit Leiden. Tijdens mijn studie raakte ik geïnteresseerd in het vastgoedrecht. Het is tastbaar en tegelijkertijd heel divers, omdat civiel- en bestuursrecht erin samenkomen. Die interesse werd alleen maar groter door een inspirerende stage in de advocatuur en vrijwilligerswerk bij een rechtswinkel.
Hoe complexer een wet in elkaar steekt, hoe leuker ik het vind om de begrenzingen en de mogelijkheden te ontdekken. De technische puzzel die je legt, wordt daarbij gekleurd door de omstandigheden en de menselijke aspecten. Om die helder te krijgen, is het van belang goed te luisteren, de juiste vragen te stellen en oog te hebben voor detail.
In mijn werk ga ik tot het uiterste om de mogelijkheden voor een cliënt uit te zoeken en een positief resultaat te behalen. Daarbij heb ik ook oog voor het perspectief van de wederpartij en zoek ik bij voorkeur de dialoog om tot een oplossing te komen. Soms moet je accepteren dat er niet voor alles een oplossing is. Dan is het belangrijk om realistisch en eerlijk te zijn.