Binnenkort wordt het wetsvoorstel Wibz besproken in de Tweede Kamer. Met deze wet wil de overheid (a) normen zoals opgenomen in boek 2 BW en in de Governancecode Zorg publiekrechtelijk vastleggen én (b) de winstuitkeringen in de zorg beperken. In dit blog gaan we in op dat laatste: de winstuitkeringen.
Wibz
Wibz staat voor wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders. Als de wet wordt aangenomen, gaan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) toezien op naleving van de hiervoor genoemde normen.
Een belangrijke pijler van het wetsvoorstel is de beperking van winstuitkeringen in de zorg.
Op dit moment zijn winstuitkeringen conform artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi) niet toegestaan als het gaat om medisch specialistische zorg en intramurale zorg.
De Wtzi is al grotendeels vervangen door de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). De wet vervalt helemaal als de Wibz in werking treedt. Op dat moment wordt het verbod op winstuitkering vastgelegd in de Wet Marktordening Gezondheidszorg.
Uitzonderingen winstuitkeringsverbod
Kijk je naar het uitvoeringsbesluit, dan zie je dat bepaalde categorieën zorginstellingen niet onder het winstuitkeringsverbod vallen. Voorbeelden zijn huisartsenzorg, paramedische zorg en trombosezorg. Daarnaast geldt het huidige verbod op winstuitkering niet voor onderaannemers in de zorg.
Hoe wordt het winstuitkeringsverbod omzeild?
Wat als een zorginstelling die valt onder het winstuitkeringsverbod toch winst wil uitkeren?
Dan wordt er meestal gewerkt met een hoofd- en onderaannemer constructie.
De hoofdaannemer is een toegelaten instelling die overeenkomsten met zorgverzekeraars sluit op basis waarvan zij zorg verleent. Als hoofdaannemer moet zij zich houden aan het verbod van winstoogmerk. Maar als zij de zorgverlening uitbesteedt aan een onderaannemer, werkt het anders. Die onderaannemer (zorg BV) is namelijk niet onderworpen aan het winstoogmerk verbod en kan het resultaat vrij uitkeren.
Overigens zijn ook andere manieren mogelijk om zorggelden weg te laten lekken, bijvoorbeeld door niet-marktconforme transacties in een groep. Ook daar wil de Wibz paal en perk aan stellen. Transacties met partijen waarbij een aandeelhouder, bestuurder of lid van de toezichthouder een (in)direct belang heeft, moeten voortaan onder normale marktvoorwaarden worden uitgevoerd.
Hoe gaan de beperkingen eruitzien?
Het wetsvoorstel Wibz wil een einde maken aan deze praktijken, door het verbod op winstuitkering uit te breiden. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, krijgen zowel hoofd- als onderaannemers in de extramurale zorg, jeugdhulpverlening én onderaannemers in de intramurale zorg te maken met beperkingen.
Een absoluut verbod op winstuitkering komt er niet, maar er worden wel voorwaarden aan winstuitkeringen verbonden. Denk bijvoorbeeld aan financiële restricties, of verplichte toestemming vooraf van de toezichthouder. Dit wordt nader uitgewerkt bij algemene maatregel van bestuur. Dat biedt de regering veel vrijheid in het opstellen van de voorwaarden waaronder winst mag worden uitgekeerd, bijvoorbeeld door onderaannemers.
Hoe reageert de politiek?
Op 1 december is de (internet)consultatie van het wetsvoorstel gesloten. Door de onduidelijkheid over de voorwaarden, is het de vraag hoe de Eerste en Tweede Kamer op het wetsvoorstel zullen reageren. Politiek gezien is de winstuitkering in de zorg een veelbesproken thema, maar het laatste woord is nog steeds niet gezegd.
(Foto: Josh Appel via Unsplash)