Stel, je bent aandeelhouder en je vermoedt dat een bestuurder onrechtmatig geld onttrekt aan een onderneming, maar je hebt geen inzicht in de financiële administratie. Of je bent crediteur van een vennootschap en je denkt dat de bestuurder geld wegsluist, waardoor jouw vordering onbetaald blijft. Hoe bewijs je zulke vermoedens als je niet over de benodigde documenten beschikt?
In de praktijk merken wij dat cliënten regelmatig tegen dit soort bewijsproblemen aanlopen. In zulke situaties kan het inzagerecht uitkomst bieden.
Wat is het inzagerecht?
Het inzagerecht geeft de mogelijkheid om documenten van een andere partij in te zien of een kopie of origineel daarvan op te vragen. Vooral omdat in procedures steeds vaker schriftelijk bewijs wordt gebruikt (in plaats van mondeling bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van getuigenverhoren), is dit een nuttige optie.
Het recht op inzage is per 1 januari 2025 gewijzigd en kent nu een ruimere toepassing. De regeling is gemoderniseerd, verduidelijkt en beter afgestemd op digitalisering. In dit blog leggen wij uit aan welke voorwaarden een beroep op dit recht moet voldoen.
Wanneer kun je een beroep doen op het inzagerecht?
- Er moet een juridische relatie zijn
Het inzagerecht geldt alleen als er een rechtsbetrekking bestaat tussen de partijen. Dat houdt in dat er een juridische relatie moet zijn, zoals de relatie tussen een vennootschap en haar aandeelhouders of haar crediteuren.
Per 1 januari 2025 wordt dit begrip ruimer uitgelegd. Zo kan de aangesproken partij nu ook verplicht worden om gegevens op te vragen bij een derde, bijvoorbeeld een accountant. In sommige gevallen kan de verzoeker zelfs rechtstreeks bij een derde gegevens opvragen, mits die informatie verband houdt met de juridische relatie waarbij de verzoeker betrokken is.
- Het verzoek moet voldoende specifiek en concreet zijn
Het recht op inzage bestaat alleen ten aanzien van bepaalde gegevens. Zogenoemde fishing expeditions, waarbij een grote hoeveelheid informatie wordt opgevraagd in de hoop dat daar iets bruikbaars tussen zit, zijn niet toegestaan. Als verzoeker moet je voldoende concreet omschrijven welke gegevens je opvraagt en waarom die relevant zijn. Vermoed je bijvoorbeeld als aandeelhouder of crediteur dat geld aan de vennootschap wordt onttrokken? Dan is een verzoek om inzage in alle bankafschriften, jaarrekeningen en e-mailcorrespondentie van de vennootschap over de afgelopen vijf jaar, te algemeen.
Een andere verandering in de wet is dat er voortaan wordt gesproken over gegevens in plaats van bescheiden. Het begrip bescheiden had voornamelijk betrekking op fysieke documenten. Tegenwoordig worden veel documenten online opgeslagen, denk bijvoorbeeld aan correspondentie via e-mail en administratie in online boekhoudprogramma’s. De term gegevens is ruimer en omvat ook digitale documenten.
- De verzoeker moet voldoende belang hebben
Als verzoeker moet je voldoende belang hebben bij het verkrijgen van inzage. Sinds 1 januari 2025 is dit criterium versoepeld. Voorheen moest sprake zijn van een rechtmatig belang; nu geldt een ‘ja, tenzij’-benadering. Als je aannemelijk maakt dat je voldoende belang hebt, krijg je inzage, tenzij er gewichtige redenen zijn om dit te weigeren (bijvoorbeeld het verschoningsrecht).In het voorbeeld van de aandeelhouder en de crediteur ligt het aannemen van voldoende belang voor de hand: zij willen bewijzen dat de bestuurder onrechtmatig gelden onttrekt. Een verzoek zonder concreet belang – bijvoorbeeld puur uit nieuwsgierigheid – wordt niet gehonoreerd.
Praktische overwegingen
Het inzagerecht kan een effectief middel zijn om bewijsproblemen op te lossen. Daarbij is er echter wel een aantal praktische punten om rekening mee te houden:
- Een inzageprocedure kan tijdrovend zijn;
- De kosten van het verzamelen en verstrekken van gegevens komen voor rekening van verzoeker.
Een zorgvuldige afweging is daarom belangrijk. Weeg de kans van slagen en het belang van het verkrijgen van de informatie goed af tegen de tijd en kosten die ermee gepaard gaan.
Wil je weten of een beroep op het inzagerecht in jouw situatie zinvol is? Vraag dan om advies aan onze ondernemingsrechtsectie via nathalie.aalbers@bosselaar.nl / 06-30211832 of nadine.vanherwaarden@bosselaar.nl / 06-13833447.