Bestuurdersaansprakelijkheid verdient meer aandacht. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft onlangs een boete opgelegd aan thuiszorgorganisatie Zusters aan Huis BV. Opvallend is dat ook de bestuurder van de zorginstelling een boete werd opgelegd. Je zou wellicht denken dat een bestuurder is afgeschermd voor aansprakelijkheid; toch is dit niet altijd het geval. We gebruiken het voorbeeld als casus om een en ander toe te lichten.
Onderzoek: onvolkomenheden in declaraties en roosters
Zorginstelling Zusters aan Huis werd al eerder onderzocht door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). In een nieuw onderzoek bleek dat de instelling onvoldoende verbetering toonde. Daarnaast constateerde de NZa onregelmatigheden in de jaarrekening van de instelling, gelet op de declaraties. Voldoende aanleiding voor de NZa om een uitgebreider onderzoek te doen.
Daarin kwam aan het licht dat de zorginstelling zorg in rekening bracht die zij niet leverde. Zo waren bijvoorbeeld op een ochtend voor één zorgverlener drie cliënten ingeroosterd: één van 7.00 tot 8.13 uur, één van 8.00 tot 9.25 uur en één van 8.15 tot 9.15 uur. Deze overlappende tijden duiden op een dubbele declaratie van de werkzaamheden. De NZa vond deze onregelmatigheden in zes van de negen dossiers van de zorginstelling.
Naast de verschillen tussen gewerkte tijd en gedeclareerde tijd, was de administratie zeer gebrekkig en waren de roosters onvolledig en niet-actueel. Daardoor was het zeer lastig te controleren of de gedeclareerde zorg daadwerkelijk was geleverd.
Juridische beoordeling
Op grond van het onderzoek komt de NZa tot de conclusie dat Zusters aan Huis heeft gehandeld in strijd met artikel 35 en 36 van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg). Deze artikelen bepalen namelijk onder andere dat een zorginstelling zich moet houden aan de tarief- en prestatieafspraken en dat de administratie volledig moet zijn.
De NZa merkt allereerst de zorginstelling aan als overtreder van de Wmg, omdat de zorginstelling zorg verleent of doet verlenen en deze zorg declareert. De zorginstelling krijgt daarom een boete van € 81.000. Daarnaast merkt de NZa echter ook de bestuurder van de zorginstelling aan als tweede overtreder. De redenering daarvoor is als volgt.
De NZa stelt dat de bestuurder meerdere keren is gewaarschuwd voor de overtredingen. Bovendien is zij actief betrokken bij de dagelijkse leiding van het bedrijf en verzorgt zij zelf de administratie en declaraties. Dit alles is reden om zowel op grond van het bestuursrecht (artikel 5:1 lid 3 Awb) als het strafrecht (artikel 51 lid 2 en 3 Sr) de bestuurder als feitelijk leidinggever aan te duiden en daarmee als overtreder. De NZa legt daarom de bestuurder een boete op ter hoogte van € 24.300. (Het boetebesluit is hier te vinden.)
Gelet op het straffende karakter van een dergelijke boete zal deze meestal niet gedekt worden door de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.
Dit is de tweede keer dat de NZa een bestuurder persoonlijk aansprakelijk stelt en een boete oplegt. Dit doet zij op grond van de Beleidsregel bestuurlijke boete 2018.
Conclusie
Een bestuurder van een besloten vennootschap is in het civiele recht tot op zekere hoogte afgeschermd voor aansprakelijkheid. Echter, het strafrecht en het bestuursrecht kijken vooral naar de feitelijke handelingen. Dit biedt mogelijkheden om een (hoge) boete op te leggen aan de bestuurders persoonlijk.
De boodschap is duidelijk: ook binnen een besloten vennootschap kunnen bestuurders wel degelijk verantwoordelijk gehouden worden voor hun handelen. Onze verwachting is dat de NZa dit in de toekomst vaker zal gaan doen.
Advies over bestuurdersaansprakelijkheid
Wilt u dat wij eens meekijken welke risico’s uw organisatie en bestuurders lopen op het gebied van wettelijke verplichtingen en mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid? Neem dan contact op met via Gerjanne van de Waerdt of 06 824 403 29.
(Foto: Scott Graham via Unsplash)